Door: Marlieke van den Tillaar
Historicus te Baltimore
Zes maanden alweer mag ik mezelf inwoner van Baltimore noemen, een stad aan de oostkust van de Verenigde Staten met duizend-en-één problemen: de criminaliteitscijfers zijn uitzonderlijk hoog, de kwaliteit van openbare scholen staat onder druk, daklozen zijn vaste prik in het straatbeeld en het aantal kinderen dat opgroeit onder de armoedegrens is groot. Het stadsbestuur gaat ondertussen gebukt onder corruptie en incompetent leiderschap. Op steun van president Trump hoeft ook niet gerekend te worden: hij noemde de stad onlangs nog een ‘disgusting, rat and rodent infested mess’. Hoe Baltimore ooit de vriendelijke bijnaam Charm City heeft gekregen, lijkt een raadsel.
Ik probeer Baltimore beter te begrijpen door in verschillende sectoren vrijwilligerswerk te doen. Door een overvloed aan non-profitorganisaties kan ik mezelf makkelijk onderdompelen in de Amerikaanse samenleving. Mijn week vult zich met werk op een basisschool, in een museum, bij een onderwijscentrum voor volwassenen en met maaltijden bezorgen aan zieke en eenzame mensen. Al na een paar weken beschouw ik de Verenigde Staten niet langer als een plek van welvaart en onbegrensde mogelijkheden. Integendeel. Ik zie vooral grote armoede, diepgeworteld racisme en veel kansenongelijkheid. Ik betrap mezelf erop dat ik als Nederlander – of Europeaan? – steeds zoek naar een rol voor de overheid bij het oplossen van de problemen die ik zie. Uitkeringen zouden het voor burgers die afhankelijk zijn van voedselhulp mogelijk maken zelf boodschappen te doen. Betere financiering voor openbare scholen zou de onderwijskwaliteit ten goede komen en ook kinderen uit arme gezinnen de mogelijkheden bieden zich te ontplooien.
Maar zo werkt het hier niet. Integendeel. Een echte inwoner van Baltimore kijkt niet omhoog naar de overheid, maar om zich heen naar zijn of haar community. Het is daar, in de community, waar de energie bruist en de handen uit de mouwen worden gestoken. Heeft de basisschool te weinig geld om sportmateriaal te kopen? ‘Let’s organize a fundraiser!’ Ligt er weer eens veel zwerfaval op straat? ‘Gather your neighbors and pick it up!’ Is het aantal moorden in de stad voor het zoveelste jaar op rij gestegen? ‘Why don’t we just ask people to stop killing each other?’
Wonen in Amerika voelt soms een beetje zoals ik me de participatiemaatschappij voorstel die in Nederland maar niet van de grond wilde komen. Met als cruciaal verschil dat het initiatief tot maatschappelijke betrokkenheid hier sterk vanuit de samenleving komt en niet wordt opgelegd door de overheid. Toch knaagt er iets. Waarom vinden mensen het hier zo belangrijk om zelf verantwoordelijk te zijn voor de minderbedeelden in de samenleving, terwijl het vrij duidelijk is dat het sociaal vangnet dat hiermee gecreëerd wordt nogal grote gaten heeft?
Dat hun systeem verre van perfect is, lijkt veel Amerikanen niet uit te maken: de hang naar vrijheid en zelfbeschikking zit diepgeworteld in de cultuur. Ik kan mezelf er dus maar beter aan overgeven door me in te zetten voor de community waar ik maanden geleden zo vriendelijk ben ontvangen. Charm City at its best.