Vergeet de linkse fusie vooral en zeur ook niet te veel over gezelligheid, stelt Frans Verhagen. Het is tijd om de sociaal-democratie van de PvdA te redden.
Er zijn PvdA’ers die geloven dat de kiezer hun partij te hard heeft gestraft. Dat die kiezer zich dat realiseert en de partij volgende keer weer gewoon meer dan twintig zetels zal geven. Het overkwam eerder het CDA en D66, waarom niet ook de PvdA? Het zijn niet de minsten die zo denken. Ik wens ze sterkte met een lang verblijf in de wildernis en ik hoop dat de nieuwe voorzitter meer ambitie heeft.
Nee, de PvdA moet zichzelf niet opheffen en evenmin moet ze samengaan met andere linkse partijen. Dat zou onrecht doen aan de lange traditie die de PvdA vertegenwoordigt, een traditie van sociaal-democratie die medeverantwoordelijk is voor de manier waarop Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog is ingericht. Ook miskent een fusieverhaal hoe anders die partijen zijn.
Wel is het tijd voor een dramatische verandering van de manier waarop de sociaal-democratie in Nederland de laatste jaren opereert. De PvdA is een kleurloze, ideologieloze partij geworden, onherkenbaar en niet-omarmbaar, een partij van oudere mensen die onder jonge kiezers niets losmaakt, een partij van kundige bestuurders die in de praktijk vooral pragmatisch zijn. In het spectrum van partijen van belangenbehartigers die nu de Nederlandse politiek domineren heeft de PvdA niets te zoeken en kan zij geen rol spelen. Met een nieuw geformuleerd, helder programma moeten we daarom de oude ballast van de partij rigoureus dumpen. Weg met de naam, weg met de oude symbolen, weg met de ingesleten werkwijze.
Laten we de PvdA omdopen in de Sociaal Democratische Partij (SDP) en daarmee recht doen aan een door zowat iedereen binnen de PvdA gehanteerde praktijk: na het noemen van de naam gaat het over ‘wij, sociaal-democraten’ of over ‘de sociaal-democratie’. Niet voor niets citeerde Lodewijk Asscher in zijn in memoriam van Eberhard van der Laan diens uitspraak dat er ‘met de sociaal-democratie niks mis [is], met de PvdA wel’. Scherp geformuleerd: de PvdA is een zwak merk, sociaal-democratie is een sterk product. Sociaal-democratie vertegenwoordigt iets wat de PvdA is kwijtgeraakt.
De PvdA is een zwak merk, sociaal-democratie is een sterk product
Het is tijd dat de sociaal-democratie de PvdA kwijtraakt. Met de naam kunnen we ook de vermoeide oude beeldretoriek opruimen zoals het zingen van de Internationale, rode dit, rode dat, de rozen en andere restanten uit een verzuild verleden, zodat jongere Nederlanders niet hoofdschuddend naar deze oude meuk hoeven te staren. Het als een feniks laten herrijzen van de PvdA als de SDP zou een van de meest zichtbare en meest effectieve veranderingen zijn om te laten zien dat dertig jaar kwakkelen over ideologische veren nu radicaal wordt achter gelaten.
Vervolgens is het zaak een zero-based analysis te maken. Gewoon, de eenvoudige vraag stellen: hoe zou je de sociaal-democratie in Nederland inrichten als je blanco begint, als je een organisatie helemaal vanaf de bodem zou mogen oprichten? Ik claim geen grote voorspellende vaardigheid als ik verwacht dat een dergelijke organisatie in weinig opzichten op de PvdA zou lijken. Wat de sociaal-democratie nodig heeft is een verhaal. Dat is geen marketinginstrument of ondernemersnieuwpraat, maar een vereiste om mensen mee te kunnen nemen. Je hoeft geen fan te zijn van Bernie Sanders om zijn verhaal te zien: we worden genaaid door de mensen die macht hebben. De onderdelen pasten daar feilloos in, zowel de kwaaie pieren (bankiers, gevestigde politici, lobbyisten, grootkapitalisten met buitengewone invloed) als de beleidsvoorstellen (ziektekostenverzekering voor iedereen, gratis onderwijs, hogere belastingen voor de rijken). Trump had ook een verhaal. Het punt is het verhaal, niet per se hoe het klinkt.
Ik hechtte altijd zeer aan Joop den Uyls riedel: spreiding van inkomen, kennis en macht. Maar ook hier moeten we zero base gaan: spreiding is niet meer het juiste woord, nezo min als solidariteit dat nog is. Het moet een verhaal zijn dat niet zeurt over inkomensongelijkheid, bankiers en andere favoriete huilpalen maar juist een beeld geeft van wat wel gewenst is. Een verhaal dat vragen meeneemt over de verhouding tussen verzorgingsstaat en openheid van de samenleving; dat zich afvraagt hoe het kan dat hoogopgeleide, hoge-inkomenskiezers stemmen voor een verzorgingsstaat, maar dat minder kansrijke burgers zich daar juist van afkeren. Maar ook een verhaal dat onderkent wat er goed is aan onze samenleving.
PvdA’ers hebben de onbedwingbare neiging om te willen veranderen. Ze denken dat dat progressief is. Maar behoud van wat de sociaal-democratie bereikt heeft, is een minstens zo belangrijk ideaal in een wereld waarin dat resultaat onder druk staat. Dat verhaal vertelt de PvdA nooit. Een zekere mate van conservatisme over wat bereikt is zou de sociaal-democratie sieren.
Ik vond het jammer dat Paul Depla in zijn rapport-dat-officieel-geen-rapport was zich liet verleiden tot te concrete doelstellingen voor de sociaal-democratie. De vier onderwerpen die hij benoemde waren naar mijn gevoel maar een klein onderdeel van waar een samenleving op draait. Ik miste bijvoorbeeld onderwijs, de cruciale factor in ontplooiing van kansen. Bestaanszekerheid vond ik een wat magere samenvatting van idealen. En voor de zoveelste keer verbaasde ik me over de kramp die de PvdA steeds vertoont als het over integratie gaat. In plaats van het emancipatiesucces van veel tweede- en derdegeneratie-Nederlanders te vieren en er trots op te zijn als een mooi resultaat van de sociaal-democratische verzorgingsstaat, werd integratie weer geproblematiseerd. Opnieuw eindeloos gezeur over geloof terwijl het toch zo simpel is: geloof doe je privé, de samenleving richten we met z’n allen in. Je hoeft homoseksualiteit niet moreel aanvaardbaar te vinden om te accepteren dat in Nederland discriminatie niet is toegestaan. Je hoeft niet gelovig te zijn om te aanvaarden dat gelovigen recht hebben op hun eigen waarden en overtuigingen, maar dat de wet voor iedereen hetzelfde is. Wat is het probleem?
Opnieuw is er eindeloos gezeur over geloof terwijl het toch zo simpel is: geloof doe je privé, de samenleving richten we met z’n allen in
De opdracht van de sociaal-democratie is in potentie alle burgers te binden die een visie delen. De grootste uitdaging is de Nederlanders te bereiken aan de randen van de samenleving – soms letterlijk – met een verhaal dat hun een rol geeft. Een eerlijk verhaal, geen valse beloftes. Een verhaal dat onderkent dat sommige regio’s in Nederland weinig economische toekomst hebben en zich afvraagt hoe we daar als samenleving mee omgaan. Daarom is bestaanszekerheid, het woord waar Depla op terugviel, zo eng als thema, zo smal. Een burger zoekt naar meer. Sociaal-democratie zou mensen een rol moeten geven, laten deelnemen. Niet alleen je bestaan moet verzekerd zijn maar ook je gevoel van eigenwaarde, het gevoel dat je meedoet.
Zijn we in staat om zowel PVV-stemmers in de randgebieden van Nederland aan te spreken als weldenkende intellectuelen, zonder patroniserend te worden? Kunnen we formuleren wat we gemeen hebben? Kunnen we een programma bieden, een denkwijze, een samenlevingsvoorstel dat bewijst dat we een gemeenschappelijk belang hebben? Kan iedereen zich thuis voelen bij de sociaal-democratie als hij of zij de principes deelt? Als de sociaal-democraten deze vragen niet positief kunnen beantwoorden, dan kunnen ze er beter mee ophouden. Actieve burgers, sociaal bewogen mensen die het goed voor elkaar hebben kunnen prima door andere partijen bediend worden. Sociaal-democratie moet meer zijn.
Depla’s voorstel om van de Sociaal Democratische Partij, nu nog PvdA genaamd, een beweging te maken, lijkt me een vlucht vooruit. Of achteruit, nu ik erover nadenk. Er moet toch ergens een vorm van organisatie zijn? Iemand moet al die activiteiten toch aan elkaar knopen om er iets mee te doen? Anders verzandt het allemaal in goede bedoelingen en wegsijpelende energie. De Sociaal Democratische Partij moet een volkspartij zijn die de hele breedte van de Nederlandse samenleving vertegenwoordigt. Ik heb niet de illusie dat mensen in de rij staan om lid te worden, al denk ik dat we een groot deel van onze bijna vijftigduizend leden kunnen behouden. Maar partijlidmaatschap is geen vanzelfsprekendheid meer, als het dat ooit al was. Dat is al heel lang niet meer zo en zal ook niet beter worden. Dat is niet erg. Volksvertegenwoordiging impliceert dat je delegeert.
De nieuwe voorzitter mag nadenken over een ideale organisatie. Ik kan niet claimen het model daarvoor in mijn hoofd te hebben, maar op basis van mijn ervaringen begin jaren negentig vergeleken met die van afgelopen jaar kan ik wel zeggen dat het voor leden al een stuk verbeterd is. De zuurgraad waarover Depla en anderen klagen is weleens veel erger geweest. En het is wel degelijk van enorm belang dat alle leden kunnen meestemmen en meedoen en niet alleen apparatsjiks.
Bij overleg over de crisis van 2008 gaf toenmalig president-elect Barack Obama zijn staf opdracht met creatieve en verreikende plannen te komen. ‘Je moet een goede crisis niet verloren laten gaan,’ zei Obama. Het valt te hopen dat de PvdA deze crisis aan zal grijpen om zichzelf te hervormen, niet voor dit jaar, niet voor de volgende verkiezingen maar voor de volgende decennia. Het is de enige manier waarop sociaal-democratie relevant kan blijven.