Het maken van dit nummer van S&D voelde als werken in een parallelle wereld. Terwijl een uiterst en populistisch rechts kabinet steeds echter vorm krijgt, de Europese verkiezingen een donkere schaduw vooruitwerpen, het lijden van burgers in Gaza telkens nóg erger blijkt te kunnen worden en Oekraïne verder in het nauwe komt, proberen we met S&D uit alle macht ons oog op de bal te houden.
Er komen weer nieuwe Tweede Kamerverkiezingen, wie weet al volgend jaar. En als GroenLinks-PvdA dan in een kabinet komt, dan moet het anders dan voorheen. Anders dan onder Rutte II. Anders dan onder Balkenende IV, anders dan onder de kabinetten-Kok.
Een beetje bijsturen zal niet genoeg zijn. De grip moet terug. Niet alleen op ‘praktische’ zaken als het kunnen realiseren van veel meer betaalbare woningen, het herstellen van de natuur, een toekomst voor de boeren en het tegengaan van ongelijkheid. De grip moet ook terug op de overheid. Die moet er weer zijn voor burgers in het nauw, of dat nu is omdat ze in geldnood zitten, in psychische nood, omdat ze oud en alleen zijn, of juist jong en ongelukkig, of omdat ze gek worden van het geluid van vliegtuigen boven hun hoofd of de vuiligheid van de fabriek om de hoek. We kunnen niet langer tolereren dat de gemeente, provincie en het Rijk wel veel ambtelijke stukken over dit alles produceren, maar geen oplossingen weten te bieden.
Alleen het bijschaven van bestaand beleid zal niet voldoende zijn. Wat anders zou dat zijn dan het bevestigen van een ingezette koers? Hele machtsstructuren zullen anders moeten. Maar hoe? En hoe zijn we zo machteloos geraakt? Die zoektocht ondernemen we in S&D. Onderwerp voor onderwerp. Dit nummer duiken we in de grondpolitiek.